Bewegen is voor een peuter ontzettend belangrijk. Door nadoen en eindeloos herhalen leert het zijn/haar mogelijkheden te ontdekken en daarmee groeit het zelfvertrouwen.
Door spelenderwijs te bewegen maakt een peuter zich begrippen eigen als onder, boven, over, voor en achter.
Ook leert het contact te maken met andere kinderen en samen te spelen. In deze fase leert een peuter met name grof motorische vaardigheden, zoals lopen, rennen, springen, klimmen en fietsen met
zijwielen.
Sommige kinderen hebben moeite met het uitvoeren van deze vaardigheden, waardoor ze beperkt worden in spel en contact met leeftijdsgenootjes. Er kan dan sprake zijn van een vertraagde motorische
ontwikkeling.